Yvonne,s Indianen pagina
Sitting Bull
Oorspronkelijke Bewoners Amerika
Indianen de oorspronkelijke bewoners van Amerika, verdronmgen door ons de ontdekkings-reizigers van eeuwen terug. Ze zijn er nog, maar vele stammen zijn verdwenen, onderdrukking, ziekte,s veldslagen, al dat heeft hun tol geëist lopend over eindeloze vlakte,s voel je hun aanwezigheid, genietend van die vrijheid om te kunnen gaan waar je maar wilt, het besef dat hier generatie,s Indianen hebben gelopen en gewoond. Gedachten van hoe ze hebben gejaagd, vruchten en kruiden hebben geplukt, dat al is er niet meer, maar hun ziel waart er nog rond, dat zie je aan rotstekeningen en dat voel je.
Columbus ontdekte in 1492 een land dat hij aanzag voor India en hij noemde de bewoners Indianen, hij kon die vergissing niet bevroeden en zelfs nu nog worden de oorspronkelijke bewoners van Amerika nog steeds Indianen genoemd. Men dacht toentertijd dat zij 1 groot volk vormden, maar niets is minder waar. Er woonden honderden verschillende volkeren, volkeren die zich hadden gevestigd, en volken die rondtrokken. Wat al deze volkeren wel gemeen hadden in vergelijking met de Europeanen, die vanaf zestiende eeuw in deze voor hen Nieuwe Wereld doordrongen, was dat wat ze niet bezaten. Ze hadden geen grote kudde huisdieren en moesten voor hun eigen vleesvoorziening zorgen, ook hadden ze geen grote trekdieren. Ze waren niet op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen zoals, de spinnewiel of draaibank en kende de pottebakkerschijf ook niet of de kennis om hoge temperaturen te beheersen. De Europeanen vonden de Indianen niet dicht bij hun soort staan en geen belangstelling in deze verschillende volkeren liet toe dat de verzamelnaam Indianen bleef bestaan. Men heeft tevergeefs geprobeerd dit misleidende begrip uit te bannen maar dat is nooit gelukt, nieuwe aanduiding is nu Native Americans, oftewel Inheemse Amerikanen. In Canada noemt men ze First Nation Eerste Natie
De Indianen hadden niet echt een schrift wat ook nog wel voor de nodige problemen zorgde, en er waren talloze volkeren. De meeste voor de gebruikte stamnamen zijn voor de stammen zelf vreemde woorden, die klonken niet altijd even vriendelijk. Mohawk is afgeleid van een woord van de Narragansett dat "menseneter" betekent, en Sioux is een verminkte vorm van het Ojibwa-woord voor "spreker van een onverstaanbare taal"dat overdrachtelijk ook "slang" kan betekenen. Velen hebben in de tijd van de dekolonisatie gebruik gemaakt van hun recht om hun eigen naam te mogen in voeren, die in Canada meer dan in Amerika wordt gebezigd.
De Talen.
Hoeveel afzonderlijke talen er in Noord-Amerika voor de koloniale periode gesproken werden, is niet meer vast te stellen, velen zijn er verloren gegaan zonder voldoende sporen achter te laten. meestal gaat men uit van zo'n 500 talen en nog veel meer dialecten, daarmee was Noord-Amerika het gebied met de grootste taaldichtheid ter wereld. Men is terughoudend geworden met het veronderstellen van mogelijke taalverwantschappen, men gaat er van uit van iets meer als 60 taalfamilies,waarvan enkelen uit niet meer dan een 'geisoleerde'taal bestaan. Zelfs buurttalen konden net zoveel van elkaar verschillen als Nederlands en Chinees. Nu worden er nog meer dan 100 talen gesproken, van velen bestaan er nog maar weinig.
Al deze talen waren niet gelijkmatig over het continent verdeeld, waar in grote gebieden nauw verwante talen gesproken werden, kon men ervan uitgaan dat de sprekers zich binnen enkele honderden of duizenden jaren snel over dat gebied zouden verbreiden. Dat geldt voor de Numa-tak van het Uto-Azteeks in het Grote-Bekken, voor Cree en Ojibwa in het zuiden van Canada en het Athapaskan (Nadene) in het noorden, en voor het Inukitut, de taal van de Eskimo,s in het oostelijk poolgebied. Hiertegenover staat het bergachtige westen, daar werd een bonte mengeling van talen gesproken, hier zijn ondanks allerlei volksverhuizingen op moeilijk toegankelijke plekken oude talen bewaard gebleven. In Californië was een afgesloten gebied waar uitsluitend Penuti werd gesproken, deze hebben de oudere sprekende Hoka verdrongen naar de randen van het gebied. Verder in Californië werd er Yuki gesproken, sprekers van het Athapaskan in het noordwesten van Californië zijn de nakomelingen van recente indringers, die hier pas in het eerste millennium van de vorige jaartelling kwamen. De oude talen van Noord-Amerika zijn nauwelijks onder 1 noemer te plaatsen.
De Opperhoofden.
Apachen-Geronimo. Het bekendste opperhoofd van de Apachen, Geronimo oftewel zoals zijn Apachen naam luidt. Hij is in 1825 geboren als een Bedonkohe-Apache en volgens zijn memoires was de gebeurtenissen die zijn hele leven zouden bepalen, de moord op zijn moeder, zijn vrouw en zijn 3 kinderen door Mexicaanse soldaten. Deze misdaad werdt in 1858 gepleegd en zorgde voor een nooit eindigende veldtocht om wraak, waarbij hij dorpen ten zuiden van de grens beroofde en uitmoorden 1 keer is hij hierbij gevangen genomen, dat vond plaats in 1877 toen John Clum de agent van het San Carlos Reservation, hem overrompelde en in ketens geboeid naar het reservaat liet brengen. De situatie in het reservaat was ondraaglijk, bij de hitte, insecten, de pesterijen van de ambtenaren en de onenigheden tussen de Apachen-groepen, die hier waren samengebracht, kwamen nog de duistere praktijken van de nieuwe agent, die de regering met geld, en de Indianen met hun rantsoen bedroog. Geronimo verbleef er maar kort en vluchte naar Mexico, in 1880 kwam hij vrijwillig terug, maar in 1881 vertrok hij met 70 aanhangers weer naar Mexico.Crook zette 3000 man in tijdens de achtervolging, na lange tijd kreeg hij Geronimo te pakken, hij beloofde dat hij zich direkt zou overgeven, maar hij verdween nog diezelfde nacht. Hij werd vergezeld door slechts 20 krijgers en evenveel vrouwen en kinderen. Crook werd van zijn taak ontheven en kolonel Nelson Miles naam zijn plaats in, de troepen werden uitgebreid tot 5000 man. Ondanks deze grote overwicht werden de Apachen niet gepakt, en in het Zuid-Westen brak paniek uit. Pas in September 1886 legde Geronimo voorgoed zijn wapens neer. Hij werd ondergebracht in Fort Marion en later in 1894 naar Oklahoma, naar Fort Sill waar hij een nieuw leven trachte op te bouwen. De zeventig jarige Geronimo werkte als boer, maar gebruikte zijn populariteit als bron van inkomsten door souvenirs te maken en zijn handtekening te verkopen. In 1905 dicteerde hij, nog altijd als krijgsgevangene, zijn levensverhaal. Zijn neef Daklugie, die het voor hem vertaalde, vertelde later dat het Geronimo altijd heeft gespten dat hij zich had overgegeven. In 1905 stierf hij als hoogbejaard man aan een longontsteking.
Opperhoofden vervolg
Hunkpapa-Lakota Sitting Bull. Hij was als enige zoon van een invloedrijke Hunkpapa gezin in 1831 niet ver van de plaats van zijn dood geboren. Door zijn bedachtzame karakter werd hij door iedereen Hunkesi (langzaam) genoemd, toch was hij de snelste loper van zijn leefdtijdsklasse en doodde al op tienjarige leeftijd zijn eerste bizonkalf. Toen hij veertien was, verrichtte hij zijn eerste krijgsdaad door middel in het strijdgewoel een coup uit te delen aan de Crow. ook had hij een nauwe relatie met de bovennatuurlijke wereld, die hem visioenneziener en "heilige man" (wicasa wakan) maakte. De blanken hadden Sitting Bull altijd gewantrouwd, terwijl andere opperhoofden verdragen met hem tekenden, bestreed hij hen fel en noemden zijn vrienden onder de blanken hem al "opperhoofd van alle Sioux". Dit was een functie die in de traditie van de Sioux onbekend was. Zijn vooraanstaande positie had hij te danken aan de onverdiende reputatie dat hij in de Slag aan de Little Big Horn (1876), de grootste overwinning 'van de indianen'op het leger van de blanken behaald had. In 1877 leidde hij zijn mensen in vrijwillige ballingschap naar Canada, de onderdanen van de Engelse koningin zagen de politieke vluchteling echter niet graag en beperkten zijn bewegingsvrijheid zonder dat zij hem en zijn stam voedselrantsoenen gaven. Nadat zij al hun bezittingen hadden verkocht en hun paarden hadden opgegeten, gaven Sitting Bull en zijn laaste volgelingen zich in 1881 over aan de Amerikanen in Fort Randell, North Dakota. Na het opheffen van het grote Sioux reservaat in 1889 en kortingen op de toch al krap bemeten voedselrantsoenen in een tijd van hopeloosheid en vertwijfeling, geloofden veel Lakota,s in 1890 graag wat de profeet van de Ghost dance had aangekondigd: de terugkeer van de bizons, de vereniging met de voorouders en het verdwijnen van de blanken. Het leger was bankg voor een opstand van de Sioux en vermoede ten onrechte dat Sitting bull achter de samenzwering stak en zette hem bovenaan 'de zwarte lijst'.Voor dag en dauw kwam de indianenpolitie aan de kleine nederzetting aan de Grand-River in South-Dakota, om een arrestatiebevel ten uitvoer te brengen. De geuniformeerde mannen drongen de twee aan elkaar grenzende blokhutten binnen waar Sitting Bull met zijn laaste twee vrouwen woonde. Ze maakte hem wakker, hij was niet bijzonder verrast en bood geen weerstand. Zijn vrouw moest alleen wat kleren uit de andere hut zei hij, Ze maakte van de deze gelegheid gebruik om het hele kamp te wekken waarin de trouwste navolgelingen en naaste verwanten van het opperhoofd woonden. Sitting Bull verscheen geflankeerd door luitenant Bull Head en politie agent Shave Head in de deuroppening, zijn vrienden hadden zich al verzameld voo9r zijn huis om hem ondanks het politiegeweld op te eisen. Zijn veertienjarioge zoon zou hem hebben beschimd als laffaard, Catch The Bear, de lijfwacht van Sitting Bull, opende plotseling het vuur op zijn oude vijand Bull Head. In zijn val wist Bull Head niet alleen zijn gevangene dodelijk te treffen maar ook agent Red Tomahawk die achter Sitting Bull stond. Het vuurgevecht duurde een uur en koste Sitting Bull, zeven volgelingen en vijf politieagenten het leven. De rest van de volgelingen had zich in een nabijgelegen stuk bos teruggetrokken, het gevecht werd beeindigd door het leger. Men vond belangrijk dat Sitting Bull werd gearresteerd door zijn eigen volk en niet door blanken, men wilde van hem geen martelaat maken. Voor degene die in de indianenpolitie slechts de beulsknechten van de overheid zagen, werd hij toch een martelaar. Met de dood van Sitting Bull op 15 december 1890 kwam een einde aan een ongewoon leven.